Sommigen denken dat we gelijk kunnen vertrekken. De boot heeft deze winter niet op de kant gestaan maar is in het water blijven liggen. Dus het had gekund. Maar er zijn een hoop dingen te doen om de boot vaarklaar te maken voor een nieuw zeilseizoen. O.a. grof- en fijn diesel filter en de impellor van de waterkoeling worden vervangen. De motor wordt vertroeteld met nieuwe motorolie en kleppen worden gesteld. Alle huiddoorvoeren worden nagekeken en weer open gezet. De zeilen worden aangeslagen en het dek krijgt de nodige aandacht met soda en groene zeep. Cees heeft een lijstje gemaakt om dingen na te lopen zoals een testje met de marifoon, radar, plotter, diepte meter, windmeter, het logje e.d. De wasmachine doet weer haar ding en we strekken bijna elke dag (zelfs Cees) de benen. Sinds een paar dagen waai je uit je hemd. Fijn dat we nog in Abrahams schoot liggen.






Ook hebben we al de nodige heerlijke Italiaanse gerechten op. Wat dacht je van gevulde ravioli dolce (zoet) met salie boter. Echt een feestje. Of Ossobuco op de wijze van mijn moeder en als toetje lemon posset. Lekker man. En bij de zondagochtend koffie heb ik Jam Jacks gebakken. Nee dat is dan weer niet Italiaans maar goed binnen te houden.



Dinsdag 15 april 2025 zitten we al rond 8.15 uur samen met Lia en Remco in hun auto. Op naar het zuidoostelijk deel van Sicilië. Toch nog zo’n 5 kwartier rijden. Eerst naar Pozzallo voor een cappuccino break. We laten ons verleiden. Heerlijk uitziende gebakjes maar de smaak is anders dan verwacht. Langs de kust met hoge golven( het waait flink), kassen van plastic soms van glas en meren met flamingo’s/ koereigers (wel in de verte) vervolgen we onze route.





We cruisen naar Portopalo. We genieten van de gele en roze bloemenzee en de haven. Op naar Marzamemi, een authentiek klein kustplaatsje. We negeren een rond wit bord met rode rand ( is maar een suggestie toch) en belanden op een parkeerplaatsje midden in’t centrum. Op ons gemakkie slenteren we wat rond. Een leuke plek, in de zomer vast erg druk bezocht met toeristen. Op de terugweg toch nog Nero d’Avola wijn (de belangrijkste rode druif van Sicilië) gescoord. Het wijnhuis Curto ligt echter wel heel erg in the middle of nowhere.










