Maand: juni 2023

Amalfikust, Isola di Procida en een huurwaggie

Van Solerno varen we naar de Amalfikust. We varen er lekker dicht langs zodat we al het moois vanaf de zee goed kunnen aanschouwen. Bij de stad Amalfi gaan we voor anker. Maar het is wel erg hotsie klotsie en niet van je jippie jippie jéé. Ook door al die bootjes die op hoge snelheid langsvaren. Dus van naar de kant gaan is echt geen sprake. We verruilen ons eigen bed voor de bank en het stapelbed zodat we toch enigszins kunnen tukken.

Een dag later  op Vaderdag komen we begin van de avond op onze ankerplek aan bij het eiland Isola di Procida. Gelukkig maar want er liggen hier in het weekend overdag echt honderden van die kleine motorbootjes voor anker. Dat mag eigenlijk niet maar het wordt gedoogd. Wat een leuk plekkie. Helemaal als je naar het dorpje kijkt met pastel kleurige huisjes. Sprookjesachtig. Maar…. als we met de dingy dichterbij komen en aan wal willen (we worden 2 keer weggestuurd) zien we wel veel opknappertjes. s ’Avonds liggen er nog maar 7 boten voor anker en je gelooft het niet we worden door jawel de Guardia di Finanza weggestuurd. Aan een boot gaat regelmatig wat kapot zo ook nu. Er is een afsluiter die niet meer open en dicht gaat. En daarvoor moet de boot uit het water. Cees heeft wat havens aangeschreven en bij Pozzuoli kunnen we op de kant. (woensdag 21 juni) Omdat er hier bijna geen buitenlandse boten liggen is het fijn dat er een manager rondloopt die het één en ander regelt en als vertaler kan optreden.

Wel jammer dat we niet op de boot mogen slapen dus maken we van de nood een deugd en huren een autootje en gaan wat rondtoeren. Op naar de andere kant van Italië naar de Adriatische Zee. Hier zijn we beiden nog nooit geweest dus dat wordt wel eens tijd. Onderweg veel graanvelden. Waarschijnlijk de graanschuur van Italië. We overnachten in Manfredonia. De dag erna via een prachtige kronkelige kustroute naar het schiereiland Gargano naar de toeristen plaats Vieste. Wat een stranden en campings. Wij verblijven iets van de kust af in een hotel met zwembad. ’s Avonds worden we verrast met live music tijdens ons avondeten. Ze rijden hier trouwens als gekken. Bumperkleven ook zoiets. En de banden krijgen het voor hun kiezen. Wat een gaten in de weg echt niet normaal. Ondertussen is de monteur vrijdag 23 juni begonnen aan de werkzaamheden. We laten gelijk 7 afsluiters vernieuwen. Ze denken er 2 dagen voor nodig te hebben.

Zaterdag rijden we  ook weer via slinger- de- slang weggetjes door een bosrijke omgeving ( Foresta Umbra) naar San Giovanni Rotonda boven op een berg. Het blijkt een bedevaartsoord te zijn. De woonplaats van de heilig verklaarde Padre Pio. Je komt hem overal tegen: Hij hangt zelfs boven ons bed. Nou dan moet het zeker goed komen met ons.

Zondag op naar Alberobello het gebied van  Murge di Trulli. Typische witte ronde gebouwtjes met typerende kegelvormige daken, trulli’s genaamd. We kuieren er heerlijk een paar uurtjes rond. Je krijgt een soort van Efteling gevoel. Fijn dat het bewolkt is en niet zo warm, dat is in Nederland wel anders want daar is het 30 graden. Maandag 26 juni zitten we in een cafeetje aan ons ontbijtje als de manager van de haven belt dat de boot vandaag in het water gaat en anders wordt het vrijdag. Ze hebben n.l. zaterdag doorgewerkt. Watttt we zitten zeker 4 uur rijden van de haven dus snel onze capo en zoetigheid (Hebben ze vaak bij het ontbijt. Dingen gevuld met chocola of banketbakkersroom ) naar binnen gewerkt. Via tolwegen met veel orleander hagen, olijfboom- en druivenboomgaarden op stam (soms met haarnetje) en graanvelden zijn we binnen 3.5 uur weer bij de Dutch Osprey. Een nachtje in de haven en dan weer op pad maar dan varend.

 

Pompeï en Napels

We liggen 3 dagen in een haven in de stad Solerno. Het kost wat (daar heb je niet veel voor) maar we kunnen wel het één en ander bezoeken. Twee daagjes gaan we de toerist uithangen. Woensdag 14 juni liggen we al bijtijds in de haven. Op naar het treinstation (zo’n 20 minuutjes lopen). Kaartjes kopen is nog even een dingetje maar dan zijn we toch rond de middag in Pompeï. Op internet staat dat het rustig is. Maar we zien hordes bussen als we er bijna zijn. Eerst maar even een hapje doen maar andere toeristen denken daar hetzelfde over dus alles zit proppie vol. We eten in zo’n toeristisch tentje waar je eigenlijk niet dood gevonden wil worden. Maar de magen zijn gevuld op naar de ruïnestad Pompeï.

Het was ooit een bloeiende Romeinse stad maar de Vesuvius gooide in 79 na Chr. roet in het eten en barstte uit en begroef de stad met as en stenen tot wel 16 meter diep. Het heeft bijna 1700 jaar geduurd voordat Pompeï weer aan de oppervlakte verscheen. Door een toevallige ontdekking in 1748. De opgravingen begonnen pas in 1755 en daar zijn ze nu nog mee bezig. We lopen de benen uit ons lijf. Jemig wat immens groot is het hier. Alles maakt diepe indruk. Het is een unieke manier om een kijkje te nemen in het leven van de Romeinen bijna 2000 terug.

De volgende dag staat Napels op het programma. Ik treed op als gids maar het Castel Capuano is niet de moeite waard en blijkt gesloten dus neemt Cees deze taak van mij over. We lopen naar het zuiden en dat blijkt een fantastische keuze. Het niet te missen bouwwerk Castel Nuovo is een aanrader. We krijgen daar een rondleiding door een Napolitaanse gids die erg leuk kan vertellen. Het mega grote Palazzo Reale ligt er dicht in de buurt. Trouwens er staan allemaal mooie gebouwen hier.

Het grote Teatro di San Carlo is ook al zo’n toppertje niet van buiten maar wel van binnen. Een echte eyecatcher en trendsetter voor die tijd. Een weetje: in elke loge hangt een spiegel. Het publiek mag niet eerder applaudisseren dan de personen die in de koninklijke loge zitten. Met die spiegel kun je dit zien. Grappig toch. De Galleria Umberto is nog zo’n pareltje. Een overdekt gebeuren met o.a. winkels en eettentjes. Rijk gedecoreerd en voorzien van een glazen koepel.

Maar…..Napels is ook chaotisch, luidruchtig en smoezelig. De Napolitaanse automobilist weten de claxon wel te vinden. Ik denk dat dat het meest gebruikte onderdeel van de auto is een pokke herrie. En het oversteken doe je ook op eigen risico. Stoppen voor een zebrapad, nee daar doen ze hier niet aan. Ja op het allerlaatste nippertje. Wat moet dat een gigantisch volksfeest zijn geweest toen op 4 mei 2023 voetbalclub Napoli na 33 jaar landskampioen werd. De versiering hiervan zie je nog overal hangen. We hebben vandaag 23.000 stappen gezet. Onze voeten weten niet wat ze meemaken. De stappenteller is trots op ons.  

 

Tropea, Guardia di Finanza, dolfijnen, modeshow

Langzaam heel langzaam kruipen we als een slak langs de laars van Italië omhoog. Bergen en nog eens bergen in’t groen met dorpen of steden gebouwd aan de voet van de berg. Regelmatig zo’n brug met hele hoge pilaren om een dal te overbruggen. Voordeel van weinig wind is wel dat je bijna overal kan ankeren dus dat doen we ook. De havengelden schieten hier echt de pan uit, niet normaal en het is nog geen eens hoogseizoen. Tussen de 75- en 175 euro. En naarmate we hoger=noordelijker komen gaan die prijzen nog meer stijgen. Bij Tropea staat boven op een rots het Santa Maria dell’Isola, een voormalig benedictijner kapel. Vanaf een terras aldaar drinken we een cappuccino en heb je een fantastisch uitzicht over het strand, de kapel en de Tyrreense Zee. Daarrrr heel in de verte ligt ons bootje in haar uppie te dobberen.

Maandag 5 juni worden we al vroeg aangehouden door de Guardia di Finaza. Best intimiderend als zo’n groot schip op je afkomt met 6 personen in vol ornaat voorop. In een schepnetje mogen we de nodige scheepspapieren overhandigen. Maar ze zijn niet tevreden, omdat in Italië de buitenboord motortjes ook verzekerd moeten zijn en ze staan nou net niet op onze Italiaanse verzekeringspapieren. Dat was even een spannend momentje, want ze zijn nogal snel met boetes hier. Na wat heen en weer gepraat en het overhandigen van de algemene polisvoorwaarden in het Nederlands, mogen we na 3 kwartier dan toch vertrekken.

Het aan land komen gaat hier vaak gepaard met natte voeten. Meestal vaar je naar een strandje, nee niet met dat gele zand maar meer grijskleurig met steentjes. Vlak voor dat je er bent trekt Cees het staartstuk van het motortje omhoog zodat tie niet de bodem raakt en mag ik dus te water en trek je je bootje op het droge. Deze laat je onbeheerd achter en dan hoop je bij terug komst dat tie er nog ligt. Op 8 juni worden we getrakteerd op een groepje dolfijnen rond onze boot. Lekker spelen voor bij de boeg. Het lukt vaak net niet om ze op de kiek te krijgen want dan zijn ze hem alweer gepeerd. Gelukkig is er live foto. In Sapri maken we een heuse modeshow mee. Niet binnen maar in de buitenlucht. Komt dat zien komt dat zien.

      

Scilla. Bella Italia

En dan is er een ‘klein gaatje’ = goede wind om naar het vaste land van Italië te zeilen. We ronden op zondag 28 mei het eiland Korfoe (Griekenland) op naar Rochella Ionica. (Italië). We komen daar in de nacht aan. Omdat er ook deze week bijna geen wind is pakken we elke kans om verder te gaan dus gaan we ook vandaag verder en zeilen tot de wind ophoudt.

Dat is bij Africo Nuovo. We liggen only de lonely, een prima plek voor de nacht bij weinig wind. “We doen de luiken maar dicht “ zegt Cees vlak voor het donker word, en het bootje op slot. Hoezo dan? Cees heeft n.l. even gegoogled. We zitten in het armste gebied van Calabrië en we voelen ons niet helemaal veilig. Er vinden hier regelmatig arrestatie plaats die te maken hebben met de Italiaanse georganiseerde misdaad. Tegen 24.00 uur hoort Cees ineens een brullende motorboot en zien we felle schijnwerpers op onze boot gericht. We schrikken ons het apezuur. Pfffff het is de Guardia di Finanza maar. Cees doet geen oog meer dicht en als hij  rond 3.30 uur zaklantaarns op de kant ziet en een  motor hoort aanslaan houden we het voor gezien. Wegwezen, ‘better safe than sorry’. Dus gaan we in het donker anker op. Het wordt een heerlijke zeildag. We draaien mee met de wind die voorspeld is om de teen van de zool van de laars van Italië ( pff een hele mond vol) de straat van Messina in. Alles zeilend.

Het venijn zit hem in de staart want de wind trekt aardig aan. We liggen nu bij het prachtige plaatsje Scilla aan een mooring. Vanuit onze achtertuin hebben we een fantastisch uitzicht op alle huisjes die tegen de rotswand lijken geplakt en het Castello Rufo. Dit hier zou de plek zijn waar het mythische zeemonster Scylla uit de Odyssee op woonde. Scilla is vooral bekend om de traditionele zwaardvis vangst. De speciale boten, Lautra’s genaamd, hebben een 13 meter hoge mast met bovenin een vlonder waar mannen opstaan om zwaardvissen te spotten. Vanuit de punt van de boot steekt een 15 meter lange loopplank boven het water. Vanaf hier harpoeneert een bemanningslid de zwaardvis met een speer.

Highslide for Wordpress Plugin