De 1e twee dagen waren geweldig wat het weer betreft, maar zowel woensdag als donderdag regent het af en toe. Getsie, dat hebben we niet besteld. Maar Yvette en Leon trekken er met de Bromtonfietsjes toch op uit o.a. naar de roze flamingo’s, zo staat in de toeristenboekjes. Genoeg flamingo’s gespot, alleen in een minder roze variant dan verwacht. Donderdag en vrijdag huren we een auto. We rijden zeker 1.5 uur naar Saint’Antioco. Het grootste eiland van Sardinië. Hier moeten allerlei oudheden zijn volgens tripadvisor. Al wat we zien zijn hoopjes stenen, je moet heel wat fantasie hebben om iets van deze ‘highlights’ te maken. Ach, je kunt niet alles hebben.
Vrijdag 22 mei staat eerst een wijn boerderij op het programma. We worden rondgeleid door een allervriendelijkste Italiaan die geen Engels spreekt maar wel wat Frans. We zien wijngaarden, de productielijn, het laboratorium en als hoogtepunt de ondergrondse kelder met eikenhouten wijnvaten.
En dan is het de hoogste tijd om te tanken. Maar …..als we weg willen rijden, doet tie niks. Onze Fiat Panda laat wel allemaal rode lichtjes zien op het dashboard. We proberen hem aan te duwen maar helaas pindakaas. Dan maar even een capo’tje klappen (uitspraak van Leon) op deze A-locatie. Gelukkig is het verhuurbedrijf binnen drie kwartier ter plekke. Een andere accu en we kunnen onze weg weer vervolgen via de kustroute richting Villasimius.
Op een paradijselijke plek in een mooie baai worden we door Leon en Yvette getrakteerd op een overheerlijk diner. Uitbuiken doet Cees met een espresso en lezend op zijn smart Phone. Yvette vlijt zich neder op het zand, het ultieme vakantie gevoel volgens haar. Leon en ik gaan frisbeeën op het strand. De week vliegt voorbij. Aan het einde van de zaterdagmiddag, zwaaien we ze na een gezellig week uit op het station van Cagliari.