Bandol en het eiland van Paul Ricard

Woensdag 11 juli 2018 verlaten we best vroeg, tis 6.00 uur, onze ankerplek. Het poeiert behoorlijk en iedereen om ons heen is gisteren al vertrokken. In flinke golven varen we naar de haven van Bandol. We komen aan de visitors steiger te liggen. Gezellig druk want iedereen ligt te schuilen. Maar we zijn wel een vreemde eend in de bijt, alleen maar Fransen. Als ze langs onze boot lopen kijken ze verbaast naar de naam Hellevoetsluis. ‘ Where the hell is that’? zie je ze denken. Ik ga hier naar de kapper, erg kort koppie en we bezoeken het kleine L’ile de Bendor. Net als L’ile des Embiez  privé eigendom van Paul Ricard. Dezelfde Paul (hij schildert trouwens ook niet onverdienstelijk) wiens naam op Pastis flessen staat door heel Frankrijk.

 

 

 

 

 

 

 

 

Ricard is een anijs drankje met alcohol wat je aanlengt met water en in de Middellandse Zee overal als aperitief wordt gedronken. In Turkije heet het Raki, in Griekenland Ouzo, in Italië Sambucca, en in Frankrijk dus Pastis. Begin vorige eeuw was er Absinthe. Een anijs smakend drankje met een hallucinerende werking maar verboden in 1915. Cees heeft ook zo’n drankje aan boord. Hij krijgt er een soort ‘van Gogh’ gevoel van, als hij zijn oor er nu maar aan laat. Het eilandje is zeer gecultiveerd en hier en daar wel wat vergane glorie maar zeker de moeite waard.

 

 

 

 

 

 

 

 

L’Hotel Delos ziet er mooi uit, ik loop naar binnen om te vragen of wij, als niet hotelgasten, hier ook kunnen lunchen om daarna gebruik te mogen maken van het zwembad. Een A+ locatie zo blijkt met vanaf het terras een schitterend uitzicht over de zee, de haven en de stad Bandol. Wat een rijk gevoel om hier te zitten en te genieten van onze zwembad lunch. Uitbuiken doen we bij het zwembad. En nu verlaten we met weemoed de Middellandse Zee en liggen we bij Port St. Louis. Om morgen weer de Rhône op te varen stroomopwaarts.