Ondertussen in de Cariben…

Na een spannende overstap naar een ander vliegveld in Parijs komen we in de middag van 2 april aan in Pointe-a-Pitre, Guadeloupe. We ontmoeten Cees bij het havenkantoor en gaan daarna gelijk door naar het ziekenhuis om Ann op te zoeken. Terwijl we wachten op de definitieve berichten over Ann’s repatriëring naar Nederland, huren wij een auto om Guadeloupe te verkennen. Maandag 4 april rijden we langs de noordkust van het linker eiland, Basse Terre en rijden we langs de Route de Traversee. We zien prachtige ongerepte stranden en gaan zwemmen bij een waterval in de binnenlanden, echt supergaaf.


DSC_0930.JPGDSC_0859.JPGDSC_0854.JPG

DSC_Pano6.jpg

Op 5 april in de ochtend krijgen we bericht dat Ann veilig is aangekomen in Nederland en kunnen wij met een gerust hart richting Antigua & Barbuda vertrekken. Eline heeft voor het eerst dit jaar zeeziektepleisters voor achter haar oor van de dokter mee en ze werken als een tierelier, ze heeft nergens meer last van. Bij Antigua gaan we voor anker bij Nelson’s Dockyard, helemaal in de stijl van koloniaal Engeland. Natuurlijk nemen we eerst een verfrissende duik in deze prachtige baai en Niels gaat lekker snorkelen.

Daarna gaan we naar Barbuda, een eiland dat nog niet zo ver ontwikkeld is en bekend staat om de mooiste stranden ter wereld. En dat is ook zo! We liggen voor anker bij de 11-mile beach, een uitgestrekte strook van mooie witte stranden en helder blauw water, met daarachter een lagoon. We maken plannen om morgen de lagoon over te steken en naar Codrington te gaan, we moeten namelijk nog uitklaren.


DSC_1058.JPGDSC_0012.JPGDSC_0908.JPG

DSC_Pano2.JPG

Zo gezegd, zo gedaan. De ochtend van 9 april stappen we in het bijbootje en varen naar het strand. We gaan aan land bij het smalste stukje strand, waar we met z’n drieën het bootje naar de lagoon tillen. Het hotelpersoneel aldaar is hier niet zo blij mee, aangezien we over privé grond gaan. Het wordt een hele tocht naar Codrington, met wind tegen en aardig wat zout water in het bootje. In het dorp is iedereen erg gastvrij en helpen ze ons graag. De customs-meneer komt toevallig langs rijden in de auto en de mevrouw van immigration moet zelfs nog uit bed gehaald worden, een bijzondere gewaarwording voor ons en voor de eilandbewoners die kijken alsof we de enige toeristen in het dorp zijn.

Daarna willen we graag naar de Frigate Bird Sanctuary, de grootste populatie Fregat vogels ter wereld. We hebben gelezen dat dit gratis met je eigen bootje kan, dus we gaan op eigen houtje de hele lagoon over. Daar aangekomen zien we wel honderden vogels die in hun nesten zitten en door de lucht vliegen, erg indrukwekkend. Als we weer richting de Beau gaan komen er opeens 5 watertaxi’s vol met toeristen op ons afgevaren. De bootboys zijn niet blij, ze gaan voor onze dinghy liggen en roepen dat we moeten betalen en dreigen zelfs met de politie. We gaan er gauw vandoor om via de creek terug te varen. Dit blijkt nog een hele tocht om het eiland te zijn, en dat in ons kleine bootje (16 mijl!). We moeten de tank wel 4 keer bijvullen, maar dan zien we toch eindelijk de Beau liggen.


DSC_1147.JPGDSC_1113.JPGDSC_1107.JPG

DSC_Pano1.JPG

De volgende dag gaan we vroeg op richting St. Barth en gezien de ontwikkelingen in NL besluiten we in de ochtend van 11 april direct door te gaan richting Tortola, inclusief een nachtje door varen. Terwijl we dit schrijven zitten we midden op de oceaan met nog 15 uur varen te gaan..

Gastpost van Eline & Niels