Ze zijn onderweg (gastpost door Titia en Marjan)

30 november om 11.45 uur: de Beau vertrekt vanuit de haven van Mindelo, op het Kaapverdische eiland Sao Vicente. Bestemming is Domburg in Suriname. Daar hopen de schipper, de eerste stuurman/kok en de twee dekzwabbers over een dag of 18, 19 aan te komen. De spanning aan boord is voelbaar. Hier is jaren naar toegeleefd. En dan is het moment daar. Zelfs het comité van uitgeleide voelt de opwinding. Met twee – schone – vaatdoeken wuiven ze de avonturiers uit. Er wordt zelfs een traantje weggepinkt.
Het schip is tiptop in orde (tot het laatste boutje en moertje toe) volgeladen met eten en drinken: 30 pakken cruesli, liters houdbare yoghurt (tot juli volgend jaar), 80 biertjes, sinaasappelen, appels en bananen, 8 rookworsten, zuurkool in blik, varkenslapjes in jachtsaus. Een culinaire oversteek – dat is zeker. Cees ziet het liefste dat Anneke de hele oversteek in de kombuis bezig is, maar dat is teveel gevergd. Er zullen dagen zijn dat hij zich tevreden moet stellen met heet water op een zakje noodles (laat dat nu zijn lievelingsgerecht zijn). De eerste avond – zo weten we – staat een feestmaal op het menu: varkenshaas, krieltjes en gemengde groenten.

De dekzwabbers Rutger en Lourens hoeven sinds gisteren geen oom en tante meer te zeggen tegen de schipper en eerste stuurman. Oom Cees – manager in hart en nieren – heeft voor de twee neven een mooi carrièrepad voor ogen: in de komende weken kunnen ze zich opwerken tot tweede stuurman die de kaarten mogen bijwerken.

De Beau is al niet meer dan een witte stip als we teruglopen naar de kade. Behouden vaart!